Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport

Wereldburgerschap, Internationalisering en de Netwerkhogeschool staan boven aan onze Kwaliteitsagenda. Misschien klinken die grote begrippen ver weg en zelfs saai en verwacht je niet meer dan beleidmakerij op hoog niveau.

Als dat zo is, dan is dit project een verrassing!

Omdat ik geloof dat ons beleid en ons onderwijs geen gescheiden werelden moeten zijn en omdat ik ervan overtuigd ben dat er bij ieder van ons (studenten, medewerkers, netwerkpartners) heel inspirerende beelden, ideeën, gedachten en praktijkervaringen bestaan, heb ik aan het Organisatieatelier gevraagd om een artistiek proces te ontwerpen waarin we met zoveel mogelijk studenten, medewerkers en netwerkpartners van onze faculteit de komende twee maanden samen het meerjarenbeleid gaan maken rond de WINK-thema’s. Voor ons allen een nieuwe wijze en een mooie kans om op een inspirerende manier beleid te maken. 

Het proces daarnaartoe wordt een beweging die verloopt volgens een bepaalde choreografie. Vandaar de titel van dit project: Dansen op het Plein

In de maanden april en mei gaan we met z’n allen middels die choreografie aan het werk met ons meerjarenbeleidsplan en brengen we samen de WINK-thema’s in ons onderwijs tot leven. Een groep van zo’n 15 studenten zal in deze periode op 9 dagen kort inbreken in lessen, vergaderingen, pauzes, etc. en ons met gerichte vragen/kleine opdrachten materiaal ontlokken over de WINK-thema’s. Een andere groep zal van al dat materiaal beleid gaan maken. En iedereen zal op één of andere manier gaan (op)merken dat we hiermee aan het werk zijn! Op deze website is elke stap van deze dans te volgen. Lees in het programmaboekje hoe jij ook mee kunt doen.

Son Burgers, Directeur faculteit GVS


 

Grensgebied

De arbeidssocioloog Richard Sennet beschrijft een grensgebied als een zone waar intensieve uitwisseling tussen verschillende sferen plaatsvindt en (daarom) als dé ruimte waar kennis ontstaat en nieuwe vaardigheden geleerd worden. Vanuit de biologie geeft hij het voorbeeld van een celmembraam, een kustlijn en de waterige zone tussen verschillende temperatuurlagen in een meer. In al die ‘tussengebieden’ is veel interactie en wordt er (soms letterlijk) ‘van elkaar geleefd’. Als voorbeelden van grensgebieden in de gebouwde omgeving noemt hij oude stadsmuren en portieken als de broedplaatsen van handel en ondernemerschap. Actueel zijn de leegstaande scholen en kantoren waar kunstenaars en jonge ondernemers zich mengen en nieuw soortige bedrijfjes ontstaan. Op al die plekken ontmoeten verschillende werelden elkaar, circuleert kennis en komen nieuwe verbindingen tot stand.



 Richard Sennett: De Ambachtsman. De mens als maker, 2008

 


 


Marktplein

Het marktplein of meer klassiek de agora, was in de Oudgriekse samenleving de plek waar mensen uit verschillende hoeken van de stad en het land elkaar publiek ontmoetten. Hier werd handel gedreven en ook in meer politieke zin gehandeld. Dat laatste wil zeggen dat het marktplein ook de plek was voor gezamenlijk overleg en democratische besluitvorming. Volgens de politiek-filosoof Hannah Arendt was deze doorgangsplek (want mensen kwamen en gingen) dé plek bij uitstek waar het (wereld)burgerschap vorm kreeg.

De wijze waarop de HHS en de faculteit GVS kenniscreatie beschrijft als een proces van uitwisseling tussen mensen en hun kennis in onder meer het goede gesprek, het wereldwijde karakter van die ontmoetingen en het plezier daarin, én hoe dat ‘in het klein’ ook plaatsvindt op de schoolpleinen van de HHS (buiten en binnen) doet denken aan de rijkdom van de Agora. 









Dansen

In de documentaire Rhythm is it! wordt de choreograaf Royston Maldoom gevolgd in zijn project om in slechts zes weken tijd met 250 kinderen en jongeren afkomstig uit 25 verschillende landen een dansvoorstelling te maken bij Le Sacre du Printemps van Stravinsky.

Maldoom creëert daartoe een ruimte, helder afgebakend in tijd en plek, waar hij de onervaren ‘dansers’ met gerichte oefeningen en veel aandacht voor improvisatie laat ervaren wat dansen is. Het resultaat is niet alleen een weergaloos dansspektakel, maar ook een ontdekking van de ander en het eigen lichaam.

In de wervelende filmbeelden resoneert de toon van de ambitie om het meerjarenbeleid echt tot leven of in beweging te brengen, iets van iedereen te laten zijn en daarin een voorbeeld van wat wezenlijk met WINK wordt beoogd.



 Thomas Grube en Enrique Sánchez Lansch: Rhythm is it! You can change your life in a danceclass, 2004





 

Speeltuinen

Kort na de Tweede Wereldoorlog begon de architect Aldo van Eyk in de lege ruimten van Amsterdam kinderspeelplaatsen te bouwen bij verkeerspleinen, op verlaten hoeken en aan de rand van straten. Hij ontwierp bewust ruimtes en speeltoestellen waarvan het gebruik (nog) niet vast stond om de kinderen en volwassenen uit te dagen zelf te leren en te experimenteren met ruimte, dubbelzinnige overgangen en grenzen.

Van Eyck bedacht eenvoudige methoden om jong en oud te leren omgaan met de ‘tussenruimte’, de grensgebieden in de stad: het vage gebied tussen straat en speelplaats, tussen binnen en buiten, tussen publiek en privaat. Kinderen die speelden met de in zijn speelplaatsontwerpen ingebouwde ambiguïteit, kwamen er met gedragsregels voor zichzelf weer uit tevoorschijn.

Het werk van Van Eyck was een tegenbeweging op het Moderne, functionele naoorlogse bouwen. Van Eyck liet regelmatig kritiek horen op deze anonieme bouwstijl, waarin mensen zich verloren voelden. Hij legde steeds opnieuw de nadruk op de (kleine) ‘menselijke maat’ en (tussen)ruimte voor mensen om elkaar te ontmoeten en met elkaar in gesprek te gaan.


 Gebaseerd op Lefaivre en Tzonis: Aldo van Eyck; Humanist Rebel,1999